Als kinderen naar de universiteit of hogeschool trekken, staan ouders voor de uitdaging om een betaalbare studentenkamer te vinden. Maar wat als je geld genoeg hebt om een studenkot te kopen als belegging in plaats van er een te huren? Geldspot bekijkt de voor- en nadelen in dit artikel.

Een studentenkamer huren kost tegenwoordig gemiddeld 575 euro per maand. Er is niet alleen de huur zelf, maar er zijn ook bijkomende kosten voor bijvoorbeeld energie. Als je voldoende geld genoeg is, kan men overwegen om niet te gaan huren maar wel om te gaan beleggen in een studentenkamer voor je kind.
Als je beslist om geld te investeren in een studentenkamer, betaal je daar initieel relatief weinig geld voor. De aankoopprijs schommelt naargelang de locatie, de grootte en andere elementen, zoals de nabijheid van studentenfaciliteiten en de universiteit of hogeschool. Je vindt relatief gemakkelijk studentenkamers met een aankoopprijs vanaf 110.000 euro.
Na de studies van je kind, kun je de kamer verder verhuren. De vraag naar studentenkoten is immers groot en de gemiddelde huurprijs neemt alleen maar toe. In 2020 kostte de huur voor een kamer gemiddeld nog 400 euro in Vlaanderen en 455 euro in Brussel (telkens zonder extra kosten). Vandaag ligt de gemiddelde huurprijs op 510 euro in Vlaanderen en 550 euro in Brussel. Op vijf jaar tijd zijn de huurinkomsten van een studentenkamer dus met ongeveer 100 euro toegenomen.
Maar dan rijst de vraag met welke kosten men moet rekening houden. Vooreerst: we gaan er hier van uit dat de studentenkamer niet de hoofdverblijfplaats van de investeerder wordt.
Om te beginnen, zijn er de kosten voor het hypothecair krediet, als je dat aangaat. Stel dat je 90 procent van 110.000 euro leent, of dus 99.000 euro, op 20 jaar tegen een vaste rente van 3,29 procent (het huidige gemiddelde), dan betaal je in totaal 35.662,18 euro interest. Daarbovenop komen naar schatting nog 4.069,83 euro aan akte- en notariskosten, aangevuld met de schuldsaldoverzekering en eventueel maximaal 350 euro dossierkosten, schattingskosten en een reserveringsvergoeding.
Bovendien ben je in Vlaanderen 12 procent registratiebelasting verschuldigd, als je een bestaande kamer koopt, of 21 procent btw als je voor nieuwbouw gaat en de verkoper daarvoor kiest of daartoe beroepshalve verplicht is. En dan zijn er natuurlijk nog de kosten voor het onderhoud en het beheer.
Als je een studentenkamer koopt en er je kinderen laat wonen, is dat dan voordeliger dan huren? Wanneer je aan pakweg 500 euro per maand huurt, spaar je op een studieloopbaan van vijf jaar 30.000 euro aan huur uit. Als je 99.000 euro leent, betaal je alleen al 35.662,18 euro interest. Het is dus niet evident om op vijf jaar tijd meer geld over te houden dan wat de investering kost. Maar als je het kot na de studies van je kinderen verder verhuurt, verandert de zaak. Je mag dan een bruto huurrendement van 4,50 tot 4,70 procent verwachten.
Wanneer de huurder het kot louter voor privédoeleinden gebruikt, betaal je geen belasting op de huurinkomsten, tenzij je een gemeubileerde woning verhuurt. Je bent dan wel belasting verschuldigd op het geïndexeerde kadastraal inkomen, verhoogd met 40 procent. Op dat bedrag betaal je maximaal 50 procent belasting (plus gemeentebelasting).
Sta je liever niet zelf in voor alles wat bij de verhuur komt kijken, dan kan je dat uitbesteden aan een verhuurbedrijf. Dat betaalt de huur dan aan jou. Je riskeert dus geen leegstand, maar dat voordeel heeft wel zijn prijs. Het verwachte huurrendement zakt dan naar 2,30 tot 3,50 procent. Verkoop je de studentenkamer toch liever opnieuw? Doe dat dan zeker minstens vijf jaar na de aankoop. Als je het kot binnen vijf jaar met winst verkoopt, ben je 16,5 procent meerwaardebelasting verschuldigd.