Als belegger betaal je sowieso al heel wat belastingen op je investeringen, maar gelukkig zijn er ook een aantal fiscale cadeaus voor beleggers. Wie aan pensioensparen en/of langetermijnsparen doet en wie een dividend ontving, kan een deel ervan recupereren via de jaarlijkse belastingsaangifte. Geldspot toont welke vakjes van je belastingaangifte je zeker moet invullen om honderden euro’s voordeel te krijgen.

1. Langetermijnsparen: tot 735 euro voordeel
Met de term ‘langetermijnsparen’ verwijst men naar een levensverzekering die dient voor pensioenopbouw. Het gaat zowel om tak 21, met gewaarborgd kapitaal en een minimumrendement, als om tak 23, waarbij je onrechtstreeks in fondsen belegt. Je kan een belastingvoordeel van 30 procent krijgen op premies die je in 2024 hebt gestort. Het bedrag aan stortingen dat hiervoor in aanmerking komt, hangt af van je inkomen en bedraagt maximaal 2.450 euro voor aanslagjaar 2025, inkomstenjaar 2024. Dat is 100 euro meer dan een jaar geleden. Het voordeel stijgt van 705 euro tot 735 euro.
Je vult het gespaarde bedrag van 2024 in vak IX van je aangifte, onder code 1353 (voor de man of de oudste partner als beiden hetzelfde geslacht hebben) of 2353.
2. Woonbonus: tot 735 euro voordeel
Velen doen bewust niet aan langetermijnsparen. Het gaat dan vaak om mensen die voor 2016 (in Vlaanderen en Wallonië) en voor 2017 (in Brussel) een hypotheeklening afsloten voor de aankoop van hun eigen woning en daardoor nog recht hebben op de zogenaamde woonbonus.
De kapitaalaflossingen en intresten op je lening en de premie voor je schuldsaldoverzekering leveren je dan ook nog een belastingvoordeel op. Is het totaal van al die betalingen op een jaar al 2450 euro? Dan is je ‘fiscale korf’ al vol en levert langetermijnsparen je geen bijkomend fiscaal voordeel op.
Voor de woonbonus zijn de aangiftes in vak IX, onder code 3370 of 4370.
3. Pensioensparen: tot 327,50 euro voordeel
In 1987 lanceerde de overheid het pensioensparen om er de Belg toe aan te zetten wat opzij te zetten voor later. Sindsdien doen miljoenen landgenoten aan pensioensparen bij hun bank of verzekeraar. Wie een belastbaar inkomen heeft, boekt zo een fiscaal voordeel, dat bovendien gecombineerd kan worden met de woonbonus en langetermijnsparen. Dus zelfs als je fiscale korf al vol zit, levert het pensioensparen je een extra voordeel op van 25 of 30 procent op stortingen die vorig jaar respectievelijk maximaal 1.020 euro (voor een belastingvoordeel van 30 procent) en 1.310 euro (voor een belastingvoordeel van 25 procent) bedroegen. In je aangifte van volgend jaar zullen de maximumbedragen verhogen tot respectievelijk 1.050 euro en 1.350 euro.
Op je aangifte geef je het gespaarde bedrag aan in code 1361 of 1461.
4. Betaal correct de belasting op je roerende inkomsten
Wie spaart en belegt, ontvangt intresten en dividenden. Aandeelhouders willen ook liefst al eens meerwaarde boeken als ze hun beleggingen verkopen met winst. Pas vanaf volgend jaar zou de meerwaarde in ons land belast worden. Dit jaar hoef je dus nog niets aan te geven, tenzij je vorig jaar een meerwaarde boekte die van speculatieve aard is, of die een beroepskarakter heeft (je bent bijvoorbeeld een daytrader).
Doorgaans zal je ook geen intresten of dividenden moeten aangeven. De belasting die daarop van toepassing is, de roerende voorheffing, wordt in principe al ingehouden door de bank of door het bedrijf dat ze uitkeert. De roerende voorheffing wordt daarom wel eens ‘bevrijdend’ genoemd.
Dat is wel anders als je via een buitenlandse broker aandelen of obligaties kocht. Dan is de Belgische roerende voorheffing niet ingehouden op intresten en dividenden en dient u ze zelf aan te geven. Doe dat in vak VII, code 1444 of code 2444 van uw aangifte.
Vorig jaar kon je per persoon 1.020 euro intrest op een Belgische of Europese gereglementeerde spaarrekening verdienen zonder roerende voorheffing te moeten betalen. In 2023 bedroeg dat maximumbedrag nog 980 euro. Heb je in 2024 meer dan 1.020 euro intrest verdiend en heb je maar één zo’n spaarrekening, dan zal je Belgische bank op de intrest, hoger dan 1.020 euro, 15 procent roerende voorheffing hebben ingehouden. Maar kom je aan intresten boven de 1.020 euro op een buitenlandse of meerdere Belgische spaarrekeningen? Dan zal je zelf je intrest boven dat bedrag dienen aan te geven. Dat doe je in vak VII, code 1151 of 2151.
5. Roerende voorheffing recupereren: tot 249 euro voordeel
Sinds 2018 kan een belegger ook een bedrag aan roerende voorheffing recupereren die hij betaalde op dividenden. Het maximumbedrag dat je in aanslagjaar 2025 kan terugvorderen bedraagt 249,90 euro per belastingplichtige. Dat is 9,90 euro meer dan een jaar geleden. Om aan dat bedrag te komen, volstaat het om in 2024 833 euro aan dividenden ontvangen te hebben, waarop je 30 procent Belgische roerende voorheffing betaalde. Die krijg je dan terug na een correcte aangifte. Geef daarvoor maximaal 249,90 euro aan in code 1437 of code 2437 van vak VII van je aangifte.
Dit is één van de fiscale voordelen waar velen recht op hebben, maar er helaas niet van genieten omdat ze de aangifte ervan vergeten. Het bedrag is ook niet ingevuld in het voorstel van vereenvoudigde aangifte dat je van de fiscus krijgt. Bovendien kreeg je vroeger automatisch een vrijstelling van roerende voorheffing op de dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen, zoals Cera, CrelanCo en Argen-Co. Dat is niet langer het geval, maar veel coöperanten zijn zich daar nog steeds niet van bewust.
6. Geef je buitenlandse rekening aan
Iedereen mag een spaar- of effectenrekening aanhouden in het buitenland, maar je dient die wel steeds aan te geven. Het rekeningnummer moet je aangeven bij het Centraal Aanspreekpunt (CAP) van de Nationale Bank. Dat kan je via deze link.
Daarnaast dien je ook jaarlijks in je aangifte te vermelden dat je één of meerdere rekeningen hebt in het buitenland. Dat doe je in vak XIII, rubriek A, waar je de titularis vermeldt, alsook het land waar de rekening werd geopend. Je kruist tevens aan dat je de rekening hebt aangegeven bij het CAP van de Nationale Bank.
Opgelet: dit is ook van toepassing voor wie (enkel) een buitenlandse effectenrekening aanhoudt. Bij sommige buitenlandse brokers dien je zelfs twee buitenlandse rekeningen aan te geven. Dat is bijvoorbeeld het geval voor Belgische klanten van de Nederlandse broker DeGiro. Die hebben zowel een Nederlandse effectenrekening als een Duitse cashrekening. Geef je die rekeningen niet aan? Dan is de kans groot dat je vroeg of laat een telefoontje en een boete krijgt van de fiscus.