De Europese Centrale Bank (ECB) heeft haar belangrijkste rentetarief opnieuw — nu al voor de achtste keer dit jaar — met 25 basispunten verlaagd, naar 2 procent. Dat is het laagste peil in tweeënhalf jaar. Wat betekent dat voor je spaarboekje, lening en beleggingen?

Om de hoge inflatie na de coronapandemie, de energiecrisis en geopolitieke spanningen – zoals de oorlog in Oekraïne – in te dijken, verhoogde de ECB vanaf juli 2022 haar rentevoeten fors. Dat maakte dat producten en diensten minder snel duurder werden, maar het vertraagde ook de economische groei in de eurozone. Een recessie loerde zelfs even om de hoek. Daarom keerde de ECB een jaar geleden het roer om: ze begon de rente geleidelijk weer te verlagen, om de economie een duwtje in de rug te geven. De renteverlaging van donderdag is al de achtste in twaalf maanden tijd.
Spaarboekje brengt nóg minder op
Voor spaarders is dit geen goed nieuws. De 361 miljard euro die Belgen samen op spaar-, zicht- en termijnrekeningen hebben staan, zal nog minder opbrengen. “De rentedaling die begin dit jaar is ingezet, zet zich waarschijnlijk voort”, zegt Vincent Juvyns van ING. “De meeste mensen mogen binnenkort een bericht van hun bank verwachten waarin die aankondigt ‘de rente helaas te moeten aanpassen’.”
Momenteel bieden banken als Santander, NIBC, Keytrade en MeDirect nog een rente van 1,80 procent (basis- en getrouwheidsrente), maar zelfs de ‘agressievere’ internetbanken raken niet meer aan 2 procent. En daar dreigt dus verder aan geknabbeld te worden. Zo zakt de rente onder de inflatie van 2 procent. Dat betekent dat je spaargeld aan koopkracht verliest: de rente die je krijgt, volstaat niet om de stijgende prijzen in de winkel te compenseren. Maar niet getreurd: de situatie biedt spaarders ook kansen.
Lenen wordt goedkoper
Voor wie een variabele woonlening heeft of een nieuwe wil afsluiten, is er beter nieuws: lenen wordt opnieuw iets goedkoper. Bij een lagere rentevoet kunnen banken immers goedkoper geld lenen bij de ECB. En dat voordeel geven ze – gedeeltelijk – door aan klanten. Sinds een jaar is de rente op een hypothecaire lening al met zo’n 0,5 procentpunt gedaald en daar kan nog een beetje van af.
Goed nieuws voor beurzen
Sparen brengt dus nauwelijks iets op, en de inflatie knaagt aan je koopkracht. Wie dat wil vermijden, kan op zoek naar alternatieven – zoals beleggen. Een lagere rente is doorgaans goed nieuws voor de beurzen. Waarom? Omdat lenen goedkoper wordt, zowel voor consumenten als bedrijven, stimuleert dit consumptie én investeringen, wat de winstgevendheid van bedrijven ten goede komt. Aandelen zijn in dat opzicht een betere bescherming tegen inflatie dan spaargeld want wie bereid is een deel van zijn spaargeld in de beurs te steken, kan profiteren van het positieve effect van renteverlagingen.
Als je begint met te beleggen dan is het volgens niet raadzaam om meteen al je spaargeld op de beurs te zetten. Diversificatie is immers heel belangrijk. Een goede eerste stap zijn bedrijfsobligaties. Daarbij leen je geld aan een bedrijf, meestal voor 4 tot 6 jaar. Door hun korte looptijden van doorgaans 4 tot 6 jaar profiteren ze sterker van de daling van de kortetermijnrente. Momenteel leveren kwaliteitsvolle Europese bedrijfsobligaties zo’n 3 à 4 procent rendement op. Dankzij lagere kredietkosten en betere bedrijfsresultaten ziet de toekomst er voor deze beleggingen goed uit. Ook bankaandelen doen het goed in dit klimaat: ze keren gemiddeld een aantrekkelijk dividendrendement uit van zo’n 4,5 procent.