België is één van de zwaarst belaste landen en dat geldt ook voor de erfbelasting. Erfgenamen verliezen tot wel 80 procent van hun erfenis aan de fiscus. In dit artikel bespreken we 3 belangrijke misvattingen over erfenissen die je veel geld kunnen besparen.

In België gelden er ontzettend hoge belastingen op erfenissen. Van de 27 Europese lidstaten zijn er 10 die geen erfbelastingen heffen. De 17 andere landen bieden vaak grote vrijstellingen. Zo betaal je in Italië als kind pas erfbelasting wanneer het erfdeel meer dan één miljoen EUR bedraagt.
In Vlaanderen is dat vanaf de eerste EUR en in Wallonië verlies je zelfs tot wel 80 procent. Het is dus belangrijk om de erfenis fiscaal zo goed mogelijk te organiseren. Erfenisplanning is niet beperkt tot alleen besparen van geld maar ook om bij de verdeling van een vermogen conflicten binnen de familie te vermijden.
Misvatting 1: een testament is een wondermiddel
De meeste Vlamingen denken dat ze door een testament te maken op fiscaal vlak automatisch een goede zet doen. Dat is helaas niet zo. Erven brengt altijd fiscaliteit met zich mee, met of zonder testament. Financieel gezien is schenken veel gunstiger dan een testament opstellen.
Een vader die in Vlaanderen overlijdt met één miljoen EUR op zijn spaarrekening, zadelt zijn enig kind op met 220.000 EUR erfbelasting. Doet die vader op zijn sterfbed een geregistreerde schenking, dan is dat slechts 30.000 EUR. Dat is een wereld van verschil.
In zeer veel gevallen kan je zelfs belastingvrij schenken. Roerende goederen, zoals cash geld, aandelen of kunstwerken, kan je kosteloos schenken met een handgift.
De enige voorwaarde is dat de schenker nog minstens vijf jaar leeft.
Wil je dat risico niet lopen, dan is een geregistreerde schenking bij de notaris altijd voordeliger dan traditioneel erven. Bij erven in rechte lijn, tussen ouders en kinderen dus, betaal je maximaal 27 procent erfbelasting. Voor andere relaties loopt dat op tot maar liefst 55 procent.
Schenken is voordeliger. Roerende goederen schenken kost je slechts 3 procent in rechte lijn en 7 procent voor alle andere erfgenamen.
De schenkbelasting voor onroerende goederen bedraagt in rechte lijn ook maximaal 27 procent, maar wel pas vanaf een veel hogere schijf. Concreet betaal je die hoogste schijf pas vanaf 450.000 EUR. Bij een erfenis is dat al vanaf 250.000 EUR. Buiten die rechte lijn betaal je maximaal 40 procent, ten opzichte van de 55 procent bij een erfenis.
Misvatting 2: erfenisplanning is enkel voor oude mensen
De meeste mensen denken vaak dat erfenisplanning iets is voor oudere mensen, maar dat is helemaal niet zo. Mensen die een tweede verblijf kopen, kunnen heel wat erfbelasting vermijden. Iedereen zou moeten weten dat een gesplitste aankoop een optie is.
Dit houdt in dat de ouders de blote eigendom van die tweede woning al meteen op de naam van de kinderen zetten. Zelf krijgen de ouders wel het vruchtgebruik. Ze mogen er levenslang wonen, maar het huis behoort niet tot hun vermogen. De kinderen bezitten het pand al en moeten er dus ook geen erfbelasting op betalen wanneer de ouders overlijden. Dat is een vrij eenvoudige manier om veel geld te besparen.
Misvatting 3: erfenisruzies eindigen in de rechtbank
Na een overlijden wordt het testament doorgaans voorgelezen bij de notaris. Dan gebeurt het wel eens dat een nakomeling niet krijgt wat er verwacht werd.
In dat soort gevallen wordt er soms al snel een strijd aangegaan uitmondt in een rechtszaak. Dat hoeft niet zo te zijn. De notaris kan familieleden doorverwijzen naar een erkend bemiddelaar. Daar kan iedereen, eventueel met advocaten erbij, zijn zegje doen. Door iedereen rond de tafel te zetten en ieders belangen duidelijk in kaart te brengen, kan je heel wat problemen oplossen en tot een gedragen overeenkomst komen. Zo vermijd je mogelijk die rechtszaak en kan dit je, naast familieconflicten, ook veel geld besparen.