Wat brengt het meeste geld op? Een spaarrekening, of alternatieven?

Het aantal Belgen dat actief spaart stijgt jaar na jaar. In 2025 zette ruim 88 procent geld opzij. Een op de vier doet dat door zijn spaargeld in aandelen, obligaties of fondsen te beleggen. Geldspot legt in dit artikel uit voor wie dat een goed idee is en waarin je dan best belegt.

Het zit in onze Belgische cultuur ingebakken om te sparen. En dat begint al van kinds af aan: alskind krijg je van je ouders een spaarvarken. We krijgen dus al van jongs af aan mee dat je beter wat geld opzij zet.”

GRAF1.svg

Bij de doorsnee Belg blijft de klassieke spaarrekening de favoriet om spaargeld te parkeren. Maar toch wint beleggen aan terrein. Dat bevestigen ook cijfers van de beurswaakhond FSMA. Vorige week bleek dat 37 procent van de Belgen tussen 16 en 80 jaar in 2024 een belegger was, ten opzichte van 34 procent in 2022. Belgen handelen op de beursBelgen omdat het meer opbrengt dan geld op een spaarrekening te parkeren of omdat de bank het hen heeft aangeraden. Of het een goed idee is, hangt af van wat je intentie is en hoelang je het geld kan missen. Als je op korte termijn een grote aankoop moet doen, zoals een nieuwe wagen, dan zet je je geld best niet vast op de beurs. De beurskoers kan immers schommelen. Maar voor wie op langere termijn wil sparen, bijvoorbeeld voor je pensioen, dan is beleggen een must. Hoe jonger je ermee begint, des te beter.

GRAF4.svg

Of je je geld in beleggingsproducten moet steken, en hoeveel geld je moet beleggen, is afhankelijk van de levensfase waarin je je bevindt. In bepaalde fases heb je meer of minder ruimte om te beleggen. Wie pas is afgestudeerd, heeft vaker een beperkt budget. Net zoals wanneer je net een woning hebt gekocht en een groot deel van je inkomen naar de afbetaling daarvan gaat. Maar zodra je een beetje ruimte hebt en je een horizon van minimaal vijf jaar hebt, is beleggen een goed idee.

GRAF3.svg
https://valley.hln.be/widgets/8b71fca141.html

Wie zijn geld op de beurs wil laten renderen, heeft de keuze uit verschillende beleggingsproducten. Zo zijn er niet alleen aandelen, maar ook obligaties of fondsen. Het ene product is meer of minder risicovol dan het andere. Wat je best koopt, hangt volledig af van jouw profiel. Neem je graag risico of niet?”

Beleggen in obligaties

Wie in een obligatie investeert, leent geld uit aan een andere partij. Dat kan bijvoorbeeld een land of een bedrijf zijn. In ruil daarvoor krijg je intrest. Omdat het een lening is, krijg je na verloop van tijd altijd je geld terug. Obligaties worden dan ook gezien als één van de minst risicovolle beleggingen.

Als je niet graag risico loopt, dan kom je automatisch uit bij dit soort producten. Denk bijvoorbeeld aan de Belgische staatsbon. De Belgische staat heeft staatsleningen in het verleden altijd correct uitbetaald. Het is dus één van de veiligste beleggingen. Al betekent dat natuurlijk niet dat er geen enkel risico aan verbonden is want niet elk land heeft staatsleningen al altijd correct en op tijd uitbetaald.

Minder risico betekent bovendien ook minder rendement. Om meer rendement uit je geld te halen kies je beter voor wat minder zekerheid, met bijvoorbeeld aandelen.

Beleggen in aandelen

Als je een aandeel koopt van een bedrijf, geef je je geld aan de uitgever van dat aandeel. Je hebt echter geen enkele zekerheid dat je dat geld ooit terug zal krijgen. In ruil voor je geld krijg je namelijk een klein stukje van dat bedrijf. Je aandeel kan meer of minder waard worden en de bedoeling is om het later liefst met winst terug te verkopen.

Het risico van aandelen is hoger dan dat van obligaties. Je geeft je geld tenslotte weg en hebt geen garantie dat je het terugkrijgt. Gaat een bedrijf failliet, dan sta je als aandeelhouder op de laatste plaats als schuldeiser en ben je dus je geld kwijt. Obligatiehouders komen nog vóór aandeelhouders en hebben dus iets meer kans om hun geld of een deel ervan terug te zien. Maar de kans dat er voor aandeelhouders nog iets overblijft, is heel klein.

Maar een faillissement van een beursgenoteerd bedrijf is iets wat in de praktijk niet vaak voorkomt. Bovendien kan je het risico op het verlies van geld verkleinen door je aankopen te spreiden. Daarom is het aangeraden om minstens tien verschillende aandelen uit verschillende sectoren te kopen. Te weinig spreiden is een fout die veel mensen maken. Ze zetten al hun geld in op één aandeel dat het opeens wonderbaarlijk goed doet. Maar inzetten op één paard is nooit een goed idee. Leg niet al je eieren in één mand, spreiden is de boodschap.

Als beginnende belegger kies bovendien ook best niet voor een individueel aandeel van één bedrijf, maar ga je beter voor een investeringsmaatschappij. Denk hierbij aan bijvoorbeeld Ackermans & van Haaren, Sofina, Brederode, Gimv of Berkshire Hathaway. Dat zijn bedrijven die investeren in andere bedrijven. Zij doen dus eigenlijk het werk voor jou en zorgen voor een goede spreiding en een laag risico. Dat is de eerste stap die je moet zetten in de aandelenmarkt.

Beleggen in fondsen

Een fonds is een product dat door een financiële partij, zoals een bank, wordt uitgegeven. Ook een tracker – een ETF – is een beursgenoteerd beleggingsfonds dat de prestaties van een beursindex of een korf van aandelen, obligaties, valuta, grondstoffen en dergelijke volgt. Het is een doos waar verschillende producten inzitten. Je hebt fondsen waar enkel aandelen in zitten, fondsen waar enkel obligaties in zitten en fondsen waar een mengeling van beide in zit. Als een fonds in de problemen komt en moet geliquideerd worden, dan wordt wat in die ‘doos’ zit, uitgedeeld aan de houders van dat fonds. Er hangt dus minder risico aan vast.”

Het belangrijkste is dat je weet wát er precies in je fonds zit. Vandaag de dag kopen veel mensen een tracker op de S&P 500. Dat zijn de 500 grootste Amerikaanse bedrijven. Dat is op zich goed, want het zorgt onmiddellijk voor een goede spreiding. Er zitten goede bedrijven in, maar ook slechte. Er zijn ook fondsen die enkel aandelen uit een bepaalde sector bevatten. Maar dan ben je weer het omgekeerde aan het doen. Je spreidt dan wel over verschillende aandelen, maar je spreidt niet over verschillende sectoren. Dat is dan weer een nadeel en je verhoogt er je risico mee.

Doorgaans betaal je voor een obligatie of een aandeel transactiekosten en een bewaarloon. Bij een fonds komt daar nog een beheerskost bij, omdat de financiële instelling meer werk heeft om het fonds aan te vullen met aandelen of obligaties en ze te verkopen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *