Heb je een bedrijfswagen, maar zou je maandelijks eigenlijk meer geld op je rekening willen krijgen? Dan zijn er verschillende mogelijkheden. Maar is je bedrijfswagen inruilen wel een slim idee. In dit artikel bespreken we het.
Van maart 2018 tot begin 2020 konden Belgische werknemers die niet langer heil zagen in hun bedrijfswagen terecht bij het zogenaamde ‘cash for car’-systeem, of de mobiliteitsvergoeding.
In die periode konden werkgevers beslissen dat hun personeelhun auto van het werk mochten inleveren voor een extra bedrag in geld maar begin 2020 werd deze regeling echter vernietigd door het Grondwettelijk Hof.
Wat zijn de alternatieven voor het mobiliteitsbudget?
Met het systeem van het mobiliteitsbudget hebben werknemers de mogelijkheid om hun auto van het werk in te ruilen voor een milieuvriendelijke wagen, zoals een hybride of elektrische wagen of een deelauto, om zo hun CO2-uitstoot te verminderen.
Bovendien kunnen ze ook kiezen voor een pakket aan alternatieve vervoersoplossingen, zoals een fietslease, een abonnement op een deelfiets of een treinabonnement. Het resterende bedrag kan het personeelslid dan in geld krijgen. De uitbetaling van het saldo gebeurt maar één keer en dat ná het aflopen van het betrokken kalenderjaar. Op dit bedrag wordt een solidariteitsbijdrage van 38,07 procent ingehouden.
Brutoloonruilwagen: nettoloon vergroten
Veel bedrijven bieden ook een bruto loonwagen aan. Hiermee krijg je als werknemer de mogelijkheid om je bestaande loonpakket op een andere manier in te vullen. Dit is doorgaans ook een budgetneutrale operatie voor de werkgever. Bij deze operatie moet je als werknemer steeds het toepasselijke baremaloon blijven krijgen. Heel belangrijk is het maken van goede afspraken in een reglement: nl. een bijlage bij de arbeidsovereenkomst en een car policy.
Via een brutoloonruil kan de werknemer zijn beschikbare nettoloon doorgaans ook vergroten door de uitgaven aan een wagen die wegvallen. Als werknemer kan je vervolgens nog afspreken om de wagen na de leasingperiode te kopen en terug te keren naar het oude brutoloon, aangepast aan tussentijdse indexatie en baremieke verhogingen, of het budget opnieuw in te zetten voor een wagen.
Loonsverhoging of een bedrijfswagen?
Voor een werknemer is de keuze tussen een bedrijfswagen of een loonsverhoging snel gemaakt: een bedrijfswagen is altijd voordeliger dan een extra, gelijkwaardige loonsverhoging.
Niet alleen is er de gunstige fiscale behandeling van het ‘voordeel alle aard’ en dient er geen socialezekerheidsbijdragen op de wagen betaald worden. De werknemer moet ook geen eigen wagen aankopen en heeft geen bijkomende kosten voor onderhoud, verkeersbelastingen en verzekeringen. In sommige gevallen voorziet de werkgever eveneens een tankkaart of een laadpas en/of in de terugbetaling van elektriciteit voor het laden.
Als werknemer moet je je er wel van bewust zijn dat je belast wordt op een wagen en dat je er ook niet langer sociale rechten mee opbouwt,op, zoals pensioenrechten, op het stukje brutoloon dat je inlevert. Een goed begrip van deze gevolgen vermijdt problemen nadien.”